Geplaatst op

Instrumenteel Verrijkingsprogramma (I.V.P.)Instrumental enrichment

Het I.V.P. is een programma dat zich richt op het stimuleren van de denkontwikkeling. Het is opgebouwd uit 14 “Instrumenten”, bundels werkbladen met oefeningen in opklimmende moeilijkheidsgraad. Aan het werken met het I.V.P.-materiaal zijn voor de kinderen nauwelijks voorwaarden verbonden. Wel moeten ze ‘taal’ begrijpen en beschikken over minimale visueel-motorische vaardigheden. Het materiaal kenmerkt zich door zijn structurele opbouw, waardoor de leerling op een systematische wijze denkvaardigheden krijgt aangereikt.

De leerkracht/begeleider/ouder treedt op als mediator en tracht bij het kind/de cliënt/de leerling belangstelling op te wekken om samen de aangeboden taken aan te pakken. Deze intensieve manier van werken vereist de actieve inzet van de leerling en een grondige voorbereiding van de mediator. Het gebruikte materiaal is geen doel op zich, maar een middel om de leerling toe te rusten met denkgewoontes. Het I.V.P.-programma legt niet zozeer de nadruk op “wat” te leren, maar meer op het “hoe” te leren.

Zodoende is het I.V.P. méér dan een programma alleen. Door de mediatie speelt de begeleider een essentiële rol. Een uitgebreide training in het gebruik van het I.V.P. en de achterliggende principes is dan ook noodzakelijk. Het I.V.P.-programma is momenteel in 30 talen vertaald en wordt in ruim 70 landen in verschillende contexten toegepast. In Nederland wordt de Feuerstein-methode geïntroduceerd binnen de brede educatieve sector, de zorg voor mensen met een verstandelijke handicap en de pedagogische thuisbegeleiding. Daarnaast kent het programma een speciale variant voor ouders.

Het belang van I.V.P. voor het onderwijs
Het I.V.P. is bedoeld voor kinderen (6-21 jaar) die -om welke reden dan ook- onder hun niveau functioneren. Door het aanbieden van het programma worden ze toegerust met denkvaardigheden en leerstrategieën die hen in staat stellen meer profijt te trekken uit huidige en toekomstige leerervaringen. Daarnaast worden kinderen zich ervan bewust dat het eigenmachtig kunnen sturen van het denkproces, waar metacognitieve kennis en vaardigheden voor nodig zijn, een steeds belangrijkere rol gaat spelen in het zelfstandig leren en kennis verwerven. kinderen gaan beseffen dat ze wel degelijk invloed uit kunnen oefenen op hun eigen leerproces, wat het plezier in het schoolse leren terug brengt. Dit laatste beïnvloedt hun zelfvertrouwen en motivatie positief. Juist het verwerven van meta-cognitieve vaardigheden speelt in het huidige onderwijs een belangrijke rol, gezien het feit dat zelfregulerend leren en het flexibel leren omgaan met probleemoplossingsstrategieën mede de basis vormen voor het succesvol toekomstig functioneren.

DE IVP-INSTRUMENTEN (Van (1-2-4-5-10-14) kunt u een voorbeeld zien)

  1. Organisatie van Stippen
  2. Oriëntatie in de ruimte I
  3. Vergelijken
  4. Analytische Waarneming
  5. Illustraties
  6. Classificaties
  7. Familie Relaties
  8. Tijdsrelaties
  9. Cijferreeksen
  10. Instructies
  11. Oriëntatie in de ruimte II
  12. Syllogismen
  13. Transitieve Relaties
  14. Sjablonen

IVP of wel het Instrumenteel Verrijkings Programma
Het Instrumenteel Verrijkings Programma is een trainingsprogramma, geconstrueerd voor kinderen/jongeren die onvoldoende rendement weten te halen uit aangeboden leerervaringen. Het hoofddoel is het verbeteren van het leervermogen en het verhogen van de leerefficientie van de leerling. Dit wordt nagestreefd door gebruik te maken van een speciale onderwijsstijl, de mediatie, en door het op een systematisch wijze aanbieden van algemene cognitieve functies die bij deze kinderen onvoldoende ontwikkeld zijn. Het programma bestaat uit ruim 300 werkbladen, onderverdeeld in 14 clusters, ook wel instrumenten genoemd. De werkbladen beogen niet het verschaffen van vakspecifieke kennis, maar het aanleren van algemene cognitieve functies. De werkbladen dienen slechts als hulpmiddel voor de mediator. Deze zal, gebruik makend van de mediatiestijl, trachten de belangstelling van de leerling voor de opdrachten te wekken. Deze opdrachten zijn veelal vraagstukjes (zie afbeeldingen) met wisselende representaties zoals afbeeldingen, woorden en cijfers en zijn zodanig gekozen dat weinig of geen specifieke voorkennis nodig is om met het materiaal te werken. Gezien het feit dat het instrumentarium opklimmend is in moeilijkheidsgraad, zijn de werkbladen voor een brede doelgroep leerlingen toegankelijk. Zo zijn er vier instrumenten waarin geen of nauwelijks geschreven taal voorkomt. Meer nog dan het materiaal staat echter de wijze van werken van de leerkracht/opvoeder centraal. Mediërend onderwijzen en mediërend leren vragen een gezamenlijke inspanning van leerkracht en leerling. De leerkracht zal de leerling behulpzaam zijn met het uitvoeren van de opdracht door middel van een dialoog met denkstimulerende vragen. Hij moedigt de leerling aan, geeft feedback, laat de leerling leren van fouten en succes en zorgt voor inzicht in het geleerde, een belangrijke voorwaarde om het geleerde te kunnen generaliseren naar andere situaties. In deze onderwijsleersituatie staat voor de leerkracht het stimuleren van de cognitieve en verbale ontwikkeling van de leerling centraal. De intentie is de leerling toe te rusten met algemene cognitieve vaardigheden. Het gaat dan bijvoorbeeld om vaardigheden als nauwkeurig waarnemen, leren vergelijken en classificeren, zich oriënteren in ruimte en tijd, verbanden leren zien als oorzaak en gevolg, planmatig werken en controlestrategieën hanteren. Belangrijk is dat de leerling deze vaardigheden leert verwoorden. Door ze te verwoorden gaat hij gebruik maken van zijn voorstellingsvermogen, een belangrijke voorwaarde voor het logisch abstract denken.voorbeeld OS

Dat voor het aanbieden van het programma weinig specifieke voorkennis vereist is, kan beschouwd worden als een voordeel. De inhoud van het programma is nieuw en uitdagend, lokt weinig negatieve faalervaringen uit en is zodanig opgebouwd dat de leerling succes kan behalen. Door het materiaal en de wijze van aanbieden door de mediator, krijgt de leerling weer plezier in leren en zal hij gemotiveerd raken om nieuwe schoolse taken aan te pakken. Ook de begeleider zal door de training in het I.V.P. ervaren dat zijn didactisch repertoire vergroot wordt, dat kinderen/jongeren actiever meedoen en met meer plezier en meer kennis van zaken nieuwe problemen aanpakken.

Naast het I.V.P.-programma van Prof. Feuerstein zijn er inmiddels ook programma’s voor jonge kinderen (3-8 jr) gemaakt die zich baseren op de actief modificerende visie op ontwikkeling. Voorbeelden hiervan zijn het CCYC (Cognitive Curriculum for Young Children) ontwikkeld door Carl Haywood en het Cognet programma van Kathy Greenberg.

Bron: artikel gepubliceerd in het trainingsmateriaal van StiBCO geschreven door Hans Jacobs
Uitgebreid artikel over IVP hier te downloaden.