Geplaatst op

Project Opleiden op Locatie

De Stichting StiBCO organiseert voor schoolteams van het BAO-S(B)O het project Opleiden op Locatie. In deze training willen wij leerkrachten kennis laten maken met de visie en de materialen die o.a. door prof. Lev Vygotsky Prof. dr. Reuven Feuerstein, Prof. Carl Haywood, Prof. Pnina Klein en Prof. David Tzuriel zijn ontwikkeld ten behoeve van de ontwikkeling van leer, en cognitieve en executieve functies en interactiestijlen.

Kennis veroudert snel
Tegenwoordig wordt het als belangrijk gezien om cognitieve en executieve functies te stimuleren. De behoefte daartoe moet gezocht worden in de snelle en continue veranderingen in de huidige maatschappij. Kennis en informatie verouderen snel en het is voor een kind vrijwel onmogelijk om alle nieuwe informatie op te nemen, te beoordelen, te verwerken en vast te houden. Kinderen zouden daarom moeten worden toegerust met vaardigheden die hen in staat stellen relevante informatie te selecteren, keuzes te beargumenteren en problemen op te lossen. De aandacht verschuift naar het aanleren van vaardigheden die ten grondslag liggen aan het efficiënt vergaren en effectief toepassen van kennis, de zgn.cognitieve en executieve functies.

De vraag is of het onderwijs/de begeleiding in voldoende mate in deze behoefte voorziet, omdat er doorgaans geen expliciete aandacht wordt besteed aan de stimulering van cognitieve en executieve functies op een metacognitief niveau. Immers, gewoonlijk gaat men er vanuit dat deze vaardigheden zich spontaan ontwikkelen als ‘bijproduct’ van onderwijs. Een hypothese over de oorzaak van achterblijven in prestaties is dat leerlingen in onvoldoende mate beschikken over die cognitieve en executieve functies (denkvaardigheden) die noodzakelijk zijn voor het efficiënt verwerven van kennis. Naast cognitieve en executieve functies zal in deze korte training kennis gemaakt worden met de interactiestijl mediatie. Bij deze interactie-methodiek staat de leerkracht/begeleider ‘tussen’ de leerling en de lesstof. De leerkracht/begeleider activeert de eigen oplossingsstrategieën van het kind. Op die manier wil de docent/begeleider het kind actief maken in zijn/haar eigen leerproces. Juist door de leerling actief te maken worden veel problemen rondom gedrag en motivatie voorkomen. Het uitgangspunt van deze methodiek is niet het ‘geven’ van verantwoordelijkheid aan de leerling, maar juist deze verantwoordelijkheid voor het leren ‘niet meer af te pakken’ van de ander.

Tijdens de training zal ingegaan worden op de wijze waarop de begeleiding en het onderwijs vorm en inhoud kan geven aan de stimulering van denkvaardigheden (cognitieve functies) en de verbetering van de kwaliteit van interactie. Dit zal gebeuren door met name aandacht te besteden aan een aantal denkstimulerende programma’s, waaronder het MISC-concept, het Bright Start-programma en het I.V.P.-programma. Het project ‘Opleiden op Locatie’ maakt deel uit van de training Mediërend Leren. Tevens zal aangesloten worden bij de wensen, vragen en verwachtingen van het team.

Projectgegevens
Aantal cursusdagen: 1 hele dag en 3 werkmiddagen
Data: In overleg vast te stellen (subsidie op dit project is mogelijk)

Programma

Studiedag
Op de eerste dag vertrekken we vanuit de leerkracht: wat is zijn/haar visie op het onderwijs en hoe kan dit geplaatst worden binnen de visie van het Ontwikkelend Onderwijs? Vervolgens stellen we de leerling centraal door met name in te gaan op het concept ‘zelfregulerend leren’. Dit concept verwijst naar het geheel van kennis, vaardigheden en houdingen die leerlingen moeten verwerven om zelfstandig met die kennis te kunnen omgaan, ook wel >kennis als gereedschap= genoemd. Verder maken we op de eerste dag kennis met een aantal kenmerken van ontwikkelend onderwijs en brengen deze in relatie met andere visies op leren zoals het adaptief onderwijs en het ervaringsgericht onderwijs. Een directe link wordt gelegd met het Passend onderwijs en het omgaan met verschillen.

Na de lunch komt de praktijk aan de beurt. We maken kennis met de bouwstenen van het denken, ook wel de cognitieve en executieve functies genoemd. Aan het eind van de dag maken we een analyse van het soort cognitieve functies waarop de leerling een beroep moet doen bij het oplossen van dagelijkse schooltaken.

Werkmiddag 1
In deze dag staan de begrippen ‘activerende didactiek’ en de kwaliteit van de interactie. centraal: hoe kunnen we onze eigen onderwijsstijl analyseren en beoordelen, wanneer is er sprake van responsiviteit bij de leerling en hoe kunnen we deze bij de leerling uitlokken? Het thema wordt uitgewerkt aan de hand van de lijst met interactiekenmerken zoals deze door de professoren Klein en Feuerstein zijn ontwikkeld.

Werkmiddag 2
Op deze dag zal het werken met materiaal centraal staan. We maken kennis met de cognitieve kaart, een instrument om processen die ten grondslag liggen aan het leren te analyseren. Verder worden een aantal denkstimuleringsprogramma’s bekeken en we ervaren hoe deze programma’s in de praktijk kunnen worden toegepast: het Instrumenteel Verrijkingsprogramma (I.V.P.), Cognitive Enrichment Netwerk Program (COGNET), Bright Start, Mediational Intervention for Sensitizing Caregivers en More Intelligent and Sensitive Child (MISC) en het Cognitive Curriculum for young Children (CCYC).

Werkmiddag 3
Op deze dag brengen we de synthese aan van de eerste drie cursusdagen. Vragen waar we nader bij stil zullen staan zijn: wanneer zijn denkstimuleringsprogramma’s effectief, onder welke randvoorwaarden is implementatie succesvol, hoe kunnen we deze programma’s in onze dagelijkse praktijk integreren? Verder maken we kennis met het dynamisch testen vanuit de optiek dat adequate begeleiding van een leerlingen zich mede baseert op een analyse van zijn leer- en ontwikkel mogelijkheden. Tenslotte inventariseren we met elkaar onze ervaringen van de cursus en bekijken we wat de mogelijkheden zijn voor het continueren van de ingezette ontwikkelingen.