Geplaatst op

StiBCO’s visie op ontwikkeling

  1. De mens is een open systeem
  2. De mens is veranderbaar/modificeerbaar
  3. De ontwikkeling van een mens kent geen plafond
  4. Een ‘gevoel’ van veiligheid is het vertrekpunt van veranderbaarheid/modificatie
  5. De mens ontwikkelt zich op basis van interactie
  6. Interactie is een reflectief proces, waarbij de ongelijke partijen op basis van gelijkwaardig communiceren
  7. Niet communiceren is niet mogelijk
  8. De intentie van interactie is het faciliteren van zelfontwikkeling
  9. Zelfontwikkeling vindt plaats binnen de context van een cultuur (in tijd en plaats)
  10. Zelfontwikkeling is risico’s aangaan om het nog niet gekende te ontdekken
  11. Een volgende stap in zelfontwikkeling vindt plaats na het verwoorden en verinnerlijken van de vorige stap
  12. De regie van zelfontwikkeling ligt bij degene die zich ontwikkelt.


Na het doornemen van deze visie komen we zelf tot de conclusie, dat we optimistisch zijn en dat er sprake is van hoop en geloof in het eigen kunnen en de krachten en kwaliteiten van mensen ongeacht hun competenties en gebreken. Indien niet mee gegaan kan worden met deze conclusie, rijst de vraag ‘Wat heb ik nodig en niet wat heeft de ander nodig!’

“Als je niet voor iemands kwaliteiten gaat,
moet je van zijn gebreken afblijven.”

Emiel van Doorn

StiBCO heeft als basis de volgende concepten en methodieken:
Dynamic Assessment, ontwikkeld door Prof. David Tzuriel. Bij deze dynamische test is de testafnemer expliciet onderdeel van de test omdat hij samen met het kind op zoek gaat naar wat het al kan en naar de mogelijkheden die het kind samen met hem kan (gaan) ontwikkelen. Bovendien kunnen zijn materialen na testafname gebruikt worden voor interventiedoeleinden.
Mediational Intervention for Sensitizing Caregivers en More Intelligent and Sensitive Child (MISC), ontwikkeld door Prof. Pnina Klein. MISC onderscheidt zich van andere interventies doordat er expliciet uitgegaan wordt van de bestaande alledaagse ervaringen en de omgeving van het kind. Het sluit daarbij aan op de persoonlijke doelen van de opvoeder. Belangrijk hierbij is de kwalitatieve interactiestijl vertrekkend vanuit betrokkenheid van de begeleider en het welbevinden van de leerling/het kind.
Bright Start of Cognitive Curriculum for Young Children (CCYC), ontwikkeld door Prof. Carl Haywood, Penelope Brooks en Susan Burns. Bright Start is een interventieprogramma bestemd voor groepen jonge kinderen van 3 tot 8 jaar. De bedoeling is om in de groep samen te werken aan de cognitieve functies, en de sociale en emotionele processen.
Emotionele ontwikkeling volgens de 6 basale ontwikkelingsvaardigheden van Prof. Stanley Greenspan
De kern van Greenspan zijn concept is de boodschap dat de emotionele ontwikkeling niet los gezien kan worden van de motorische, cognitieve, sociale en taal ontwikkeling van het kind/jongere. Zijn aanpak richt zich op het ondersteunen van elk kind/jongere bij het voortgaan op de ontwikkelingsladder, het zich eigen maken van zes basale ontwikkelingsvaardigheden die ten grondslag liggen aan al onze cognitieve vermogens en interacties met de wereld om ons heen.
Het Cognitive Enrichment Network programma (COGNET), ontwikkeld door Prof. Kathy Greenberg. COGNET (C.E.A./Cognitive Enrichment Advantage) is een cognitief trainingsprogramma met als doel het verbeteren van de leervoorwaarden bestemd voor kinderen op de basisschool en de school voor speciaal basis onderwijs.
Het Instrumenteel Verrijkings Programma (I.V.P.), ontwikkeld door Prof. Reuven Feuerstein. Het I.V.P. is een cognitief trainingsprogramma gericht op het bevorderen van het leervermogen via een geïntegreerde training van leer- en denkvaardigheden.
Het Learning Potential Assessment Device (L.P.A.D.), ontwikkeld door Prof. Reuven Feuerstein. Het L.P.A.D. is een dynamische testprocedure ten behoeve van het vaststellen van het leerpotentieel en het identificeren van de factoren die het denkproces beïnvloeden.